maandag 20 juni 2011

Levendige workshop over slikproblemen

Je kunt nóg zoveel aandacht geven aan het koken, als de bewoners het eten niet naar binnenkrijgen is alles voor niks gedaan. Marlies Keim, logopediste bij de ZZG Zorggroep, gaf een workshop voor medewerkers en vrijwilligers van de Globe over slikproblemen. “Er kunnen veel verschillende dingen misgaan en let erop dat je de oplossing afstemt op de individuele bewoner.”


Het lijkt zo simpel, en voor de meeste mensen is het dat ook: een slok drinken of een hap eten door de keel krijgen. Maar voor veel ouderen is het een karwei dat om extra aandacht vraagt –met name als de ouderdom gepaard gaat met een beroerte, een spierverslapping, of een ziekte als Parkinson of Alzheimer. Bij sommige ouderen staat het hoofd bijvoorbeeld niet mooi recht op de romp, maar is er een kramptoestand met het hoofd opzij of naar achter. Marlies Keim nodigde gisteren haar gehoor van twintig medewerkers en vrijwilligers uit het hoofd eens te buigen, en dan te slikken. Geproest en moeilijke slikbewegingen zijn het gevolg. “Dat gaat niet makkelijk, je moet dan vaak twee keer slikken om iets naar binnen te krijgen.”

Wie beter naar het slikken kijkt, ziet dat het helemaal niet zo simpel is als het lijkt. Tanden en kiezen moeten malen, de tong het eten verzamelen en in de in de richting van de keel werken, waarna het achterste gehemelte zorgt voor de afsluiting van de neusholte. In de laatste fase moet vervolgens het strottenklepje dicht, om te voorkomen dat eten of drinken in de luchtpijp terecht komt. En zo bezien is het niet raar dat er af en toe geproest en verslikt wordt. Marlies nodigt iedereen uit om met de tong omlaag iets door te slikken. “Dat gaat dus niet. Iemand met een tongverlamming kan moeilijk praten, maar ook nauwelijks slikken.”

Bij ouderen kunnen zich tal van complicaties voordoen, bijvoorbeeld een verstoorde kokhalsreactie. Bij een deel van de mensen komt de reactie soms te vroeg, en treedt die al op als een lepel iets te ver de mond ingaat. En soms komt de reactie te laat. “Dan zijn ouderen er helemaal niet gevoelig voor. Dan kan het zelfs gebeuren dat er zomaar een kunstgebit wordt doorgeslikt.” Marlies vraagt of iemand weet wat te doen als iemand zich verslikt. Aan enthousiasme bij de toehoorders geen gebrek. De suggesties vliegen over de tafel. “Met de hand op de rug slaan”, is de meest gehoorde oplossing. Helemaal fout. Keim legt uit dat je één hand op het borstbeen moet leggen, en de andere op het schouderblad. “Met drukkende beweging kun je dan een tegenkracht opwekken zodat de bewoner makkelijke kan hoesten.”


Wat er allemaal fout kan gaan, toont een filmpje waarin een oude man door een verzorger wordt geholpen. Wat gaat er allemaal fout, wil Marlies weten. Zowat alles, zo blijkt. “De verzorger heeft helemaal geen aandacht voor deze man”, luidt het in de kring. Een ander vindt dat het eten geven veel te snel gaat. En een derde stoort zich aan het almaar schrapen van de lepel langs de kin. Bovendien zit de man helemaal niet gemakkelijk. Allemaal goed gezien. Marlies noemt als belangrijkste probleem dat de man weinig doorslikt. Al het gevoerde eten verzamelt zich in de wangen. “Aan het einde pakt de man een zakdoek en spuugt al zijn eten weer uit, terwijl de verzorger denkt dat hij alles op heeft.” Onachtzaamheid die gemakkelijk tot ondervoeding leidt, en gemakkelijk is te voorkomen. “Door te kijken naar het strottenhoofd of bij twijfel met een vinger zacht te voelen, kun je controleren of het eten wel wordt doorgeslikt.” En inderdaad, met minder haast en meer aandacht zal de man beter eten.     

Stem je oplossing af op elke individuele bewoner, en vraag hulp als je er niet uitkomt, beveelt Marlies aan. Niet iedereen is op dezelfde tijd alert, en wie niet alert is kan beter niet eten of drinken. “Wie te moe is, kan gemakkelijk eten achter houden in de mond. Als iemand dan in slaap valt, dreigt er verstikking. Stem de momenten dat je eten geeft af op ieders fitheid, en zo ook het tempo van eten. Neem af en toe rust tussen twee porties.” Wat de alertheid kan bevorderen is om elke drie of vier happen ineens iets kouds te geven: dat activeert de spieren. Verder is het belangrijk dat de mond en de tanden na de maaltijd worden schoongemaakt.”

Soms lijkt vloeibaar eten de enige oplossing, maar Marlies Keim roept op tot alternatieven, want louter vloeibaar eten is niet altijd nodig. Denk eens  aan een omelet, pannenkoeken of een slaatje, beveelt Marlies aan: zacht om te kauwen en gemakkelijk weg te werken. En bruinbrood (zonder pitjes) met smeerbaar beleg (liever geen kaas) is ook prima te verstouwen. En wees spaarzaam met kunstmatige verdikkingsmiddelen, luidt een andere aanbeveling van Marlies, want er zijn genoeg dikkere drankjes op de markt, zoals smoothies, karnemelk, diksap  of drinkyoghurt. “En een goede manier om koffie te verdikken is er wat chocoladevla doorheen te doen.” Een suggestie die een lichte huiver in het zaaltje brengt. “Is dát nog lekker?!”

Waarop speciaal te letten bij mensen met Alzheimer? Marlies Keim heeft drie tips rondom het eten, die  aantoonbaar helpen om beter te eten. Les é
én: zoet eten stimuleert de eetlust vaak beter dan  hartige dingen. Twee: smeuiig eten geniet voorkeur boven al te vast voedsel, en drie: zorg voor een rustige en huiselijke sfeer. “De tafel moet er een beetje leuk uitzien, en het is belangrijk dat er rust is aan tafel.”

Gerelateerde artikelen:
> Workshop belevingsgericht koken voor medewerkers
> Workshop: zo bereid je verse vis
> Workshop: vergeten groenten herleven
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten