zondag 22 januari 2012

Hoe mensen met dementie denken in plaatjes

Mensen slaan hun herinneringen op in beelden of plaatjes. Wanneer wij vertellen over wat we het afgelopen weekend hebben gedaan, dan doen we dat aan de hand van plaatjes die wij in ons geheugen hebben. We zien tijdens het vertellen alles even voor ons; we gaat het verbeelden. Bob Verbraeck en dr. Anneke van der Plaats vertellen in hun boekje De wondere wereld van dementie hoe dit werkt bij dementerende mensen.
 
Het geheugen van mensen lijkt op een dik fotoboek waar ons hele leven in opgeslagen is. Iedere dag komen er nieuwe plaatjes bij, omdat we steeds weer nieuwe dingen meemaken. Gebeurtenissen die wij in ons leven intens beleven, blijven beter in het geheugen zitten dan dingen die alledaags zijn of ons nauwelijks raken.

Vanaf het moment dat de dementie beging, worden geen nieuwe plaatjes meer opgenomen in het geheugen. Bestaande plaatjes vervagen en gaan verloren. Eerst de plaatjes van de afgelopen tien jaar, dan van de laatste twintig, enzovoorts. De plaatjes uit iemands jeugd blijven dus het langst bestaan, maar ook die gaan uiteindelijk verloren.

Plaatjes van meubels
De plaatjes van een sleutel en een radio zien er voor een dementerende oudere anders uit dan hoe een sleutel en een radio er tegenwoordig uit zien. Hierdoor is het vaak onmogelijk een moderne radio, een koffiezetapparaat, een tafel of een stoel te herkennen. Het is dus van groot belang dat we de omgeving van een dementerend persoon inrichten met ouderwetse, herkenbare voorwerpen. Alle meubels en gebruiksvoorwerpen moeten dus een herkenbare vorm hebben.

Plaatjes van personen
Vaak is het zo dat iemand met dementie het heden niet meer kan herkennen. Een dementerende vrouw herkent na verloop van tijd haar eigen man niet meer, omdat alleen nog het plaatje van haar man van vroeger bestaat. Ze herkent zichzelf ook niet meer in de spiegel, omdat ze van zichzelf ook het beeld van vroeger heeft.

Gesproken taal en het oproepen van plaatjes
Willen we een woord snappen, dan zullen we er een beeld of plaatje bij moeten krijgen. Als iemand vraagt ‘Wil je even een pen geven?’, moet je minimaal weten hoe een pen eruit ziet. Ook kunnen wij razendsnel van het ene plaatje naar het andere overschakelen: ‘Geef even een pen, een blocnote en dat doosje paperclips.’ Het is geen probleem om aan deze drie verzoeken te voldoen.

Voor mensen met dementie is gesproken taal vaak moeilijk te begrijpen en het oproepen van een plaatje lastig. Zij kunnen dit veel minder snel dan wij of ze kunnen het helemaal niet meer. Hun plaatjes zijn dus anders en schakelen van het ene naar het andere plaatje wordt steeds lastiger.

Hier kun je tijdens gesprekken rekening mee houden door binnen het plaatje van de dementerende te blijven: 
  • Gebruik niet te veel woorden.
  • Gebruik geen samengestelde zinnen, maar behandel één onderwerp per zin.
  • Gebruik geen woorden die de dementerende niet kent.
  • Help de dementerende bij het oproepen van een plaatje, bijvoorbeeld door dingen te laten zien.
  • Roep de sfeer op die bij een plaatje past: naar bed gaan is vanzelfsprekender als de lichten gedimd worden, televisie uit en temperatuur wat lager.

In De wondere wereld van dementie staan nog veel meer inzichten over hoe dementerende mensen hun omgeving en bijbehorende prikkels ervaren. Het boekje is dan ook een aanrader als je meer wilt weten over 'omgevingszorg'.

Gerelateerde artikelen:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten